|
|
4 mei 2005 bij Vennehof
Hier staan we weer, zoals elk jaar, om acht uur hebben de klokken weer geluid, de herdenking van de oorlogsslachtoffers van zestig jaar geleden. Hier bij Vennehof is dat dit jaar voor de tiende keer. Tien jaar geleden werd op initiatief van het toenmalige bestuur van Stichting Gedachteniskapel Rosmalen deze bezinningsruimte hier neergezet. Sindsdien is deze ruimte een troostplaats geworden. Een plaats waar mensen komen die moeilijk kunnen vergeten en dat soms ook niet willen. De kracht van de offici?le herdenking ligt in het feit dat er publiekelijk uiting wordt gegeven aan het gevoel van respect voor mensen die het slachtoffer werden van oorlog en onvrijheid. Maar ook van persoonlijk leed.
Die herdenkingen moeten blijven. Al is het maar om mensen die van niets weten, iets over de oorlog te vertellen. Soms denk ik dat de wereld er niet beter door wordt. Helaas het is de mens die niet beter word.
Ze zeggen dat je lering uit het verleden kunt trekken een oorlog te voorkomen. Je hoopt dat een holocaust nooit meer zal voorkomen, maar nu gebeuren er andere verschrikkelijkheden. Wel heb ik geleerd dat vooroordelen funest zijn en dat bruggen slaan tussen verschillende groeperingen noodzakelijk is. Denk maar eens terug aan de onrustige periode van het afgelopen jaar. We moeten kritisch te staan tegenover onszelf en onze eigen omgeving. Je kunt alleen leren door in jezelf te kijken en proberen na te gaan waar het fout is gegaan. De verwerking van wat je hebt meegemaakt is meestal belangrijker dan de gebeurtenis zelf.
Zoekende naar gedachten en tekst kwam ik op Internet enkele interviews tegen over de arbeits-einzatts, voor de jongeren onder ons: in de oorlog werd je verplicht om te gaan werken in Duitsland. Veel mannen die daarvan terugkwamen waren getraumatiseerd. Sommige mensen uit de arbeits einzats konden na de oorlog hun verhaal niet kwijt.
Ik lees enkele strofen voor uit die interviews
?Ik was niet alleen slachtoffer van de nazi?s, maar ook een klein radertje in hun oorlogsmachine. Tot die conclusie kwam ik een aantal jaren geleden. Ik was ook dader! Dat deed pijn?. ?Toen er een Pool werd doodgeslagen moesten we er in een kring omheen staan en toezien. De schreeuw van die Pool zit tot vandaag de dag in mijn oren?.
?Ik heb mijn oorlogservaringen lang in een groot zwijgen gehuld. Pas jaren na de oorlog brak de angst naar buiten in mijn dromen. Alles wat ik had weggestopt, spoelde in woeste golven over mij heen. Praten kon ik niet. Toen kwamen de nachtmerries, de stiekeme huilbuien. Mijn haat tegen de moffen groeide?.
Ze hebben allemaal moeten leren dat vergeten onmogelijk is, maar verzoening noodzakelijk.
Want angst en haat verteren je, tot op het bot.
Laatst reed ik in de Molenstraat er stak een man over op het zebrapad, ik stop want hij heeft voorrang. Wat mij zo verwonderde dat de man daar dankbaar voor was. Hij liet dat blijken door zijn gebaar en vriendelijke lach. Aardig natuurlijk, maar dit was hij schijnbaar niet gewend Is het niet raar dat je in deze tijd bedankt wordt omdat je de regels navolgt? In het ziekenhuis wachtte ik op het opengaan van de deuren voor het bezoek aan mijn schoonvader. Tegenover mij stond een man. Hij wilde alvast naar binnen. ?Want, zo zei hij, regels zijn gemaakt om overtreden te worden?. Dan schiet ik beleefd uit mijn slof. ?Nee nee, zei ik, regels zijn er om ons te beschermen, grenzen, die kan proberen te verleggen?. Het werd erg stil. En hij bleef netjes wachten. Maar deze kleine gebeurtenissen spreken voor de veranderende maatschappelijke opvattingen en ik vind dat geen goede veranderingen. Laten we ons er tegen weren door taal en beleefdheid. De brutale, zo zegt men, heeft de halve wereld. Nou, denk ik dan, de niet brutale dan de andere helft.
Om tien jaar Vennehof dit jaar te onderstrepen lezen we nog eens alle namen op van de slachtoffers die hier worden herdacht.
Als je niet kan gaan, En niet mag blijven staan. Als je wel zou willen spreken, Maar angst beneemt je de adem. Dan is vrijheid verdwenen.
If you cannot go. And cannot continue to stand. If you would want to speak, However, but fear takes away you the breath. Then freedom has disappeared.
4 mei 2004, toespraak bij Vennehof
Zonet een kwartiertje geleden, vielen er twee minuten stilte over Nederland en Rosmalen. Dat doen we dadelijk weer, maar dan in het bijzonder voor de burger-slachtoffers van de tweede wereld oorlog. Maar tegelijk herdenken we ook de overleden Rosmalenaren van het afgelopen jaar.
Stilte,
Stilte Elk jaar weer Twee eindeloze minuten Een stilte die spreekt Een stilte die spreekt over onderdrukking een stilte die huilt om verlies een stilte die schreeuwt om vrede
Vrede,
Ik behoor tot een generatie die de oorlog niet aan de lijve heeft meegemaakt. Ik behoor zelfs tot de enige generatie die in Nederland geen oorlog heeft gekend. Alle generaties voor de mijne zijn wel betrokken geweest bij een of ander conflict. Toch is er sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog nog geen vrede geweest in de wereld. Sinds 1945 zijn er meer dan 200 oorlogen en gewapende conflicten geweest. En nog houdt het niet op. Nog steeds zijn er mensen die willen hebben wat anderen bezitten.
Of hun eigen mening willen opleggen met geweld. Respectloos trappen op de kwetsbaarheid van de mens. En meer willen hebben van steeds meer
Ja, de mens leert wel, maar de mens wil niet zo graag delen en hij verandert maar langzaam. Hoop is er toch, voor de volgende generaties.
Afgelopen week ? sprak ik een man van in de tachtig, en vroeg hem; Wat is gebrek aan vrijheid? Hij dacht even na en zei:
Als je niet kan gaan, En niet mag blijven staan. Als je wel zou willen spreken, Maar angst beneemt je de adem. Dan is vrijheid verdwenen.
Ik kon niet anders dan zwijgen.
Als je veel woorden gebruikt zonder er iets bij te voelen, betekenen ze niks. Als je er wel iets bij voelt gebruik je minder woorden, maar die zeggen meer.
Vrijheid, Op de radio hoor je over deze dag; Vrijheid is niet vanzelfsprekend. Vrijheid vraagt om verantwoordelijkheid Vrijheid is kiezen en delen.
Maar Vrijheid bestaat ook bij de gratie van een grens. Die grens heet niet tolerantie, Hij heet ook niet acceptatie De grens van vrijheid heet respect.
Respect voor de kwetsbaarheid van de mens. Zijn kwetsbaarheid is gerelateerd aan zijn gezondheid, natuurlijk. Maar ook aan zijn sociale omgeving, zijn menswaardigheid. En daarbij zijn culturele achtergrond niet vergeten. Zijn welzijn en geluk In alle aspecten speelt politiek een belangrijke rol. Of het nu gaat over de zorg, Over de verruwing van de omgangsvormen, het respect voor andersdenkende, of andere religieuze uitingen van geloof
Steeds is het de politiek die daarin een grote rol vervult.
En die politiek, Dat zijn wij, wij met z?n alle als vrije samenleving.
75% van deze samenleving is geboren na 1945 In Rosmalen zijn dat ongeveer 4.800 (4869) ouderen van boven de zestig en ongeveer 24.000 (24482) beneden de zestig. Het zijn die 24.000 die ik vraag te blijven herdenken elk jaar weer.
Het zou natuurlijk geweldig zijn om met herdenken de oorlog te voorkomen. Dat blijkt een Utopie of een droom. Je kunt wel hopen dat met herdenken de nieuwe generatie zichzelf ertegen wil verzetten.
Theo Steenbekkers, voorzitter Stichting Gedachteniskapel Rosmalen
4 mei 2006
het bezinningsmoment is dit jaar gegunt aan de jeugd van het Rodenborchcollege
4 mei 2007
Het gevoel van veiligheid heeft alles te maken met angst
Bent u wel eens bang? Bang voor wat vreemd is? Bang voor de onbekende? Bang om anders te zijn?
Dat is niet nieuw, het is van alle tijden.
De afgelopen eeuwen heeft Nederland grote aantallen immigranten opgenomen. In de zeventiende eeuw waren het Franse protestanten, Joodse handelaren uit Belgi?. In de negentiende eeuw Duitse marskramers (C&A en V&D)en in de twintigste eeuw Tsjechische en Poolse mijnwerkers, Nederlands-Indi?rs, Surinamers, Turken en Marokkanen. En nog veel langer geleden Germaanse stammen op de vlucht. Kortom wij zijn een land van verscheidenheid van culturele waarden, toch bestaan we nog steeds. Er is dus niets verkeerd aan die verschillen, integendeel, zelfs de culturele waarden van de immigranten hebben hier een toevoeging gevonden, denk maar een aan de Indische keuken, de Chinese afhaal. Sinds een aantal jaren is daar ook de Turkse bakker en Vietnamese loempia bij gekomen. En dan gaat het alleen nog maar over eten.
Enkele beroemde Nederlanders waren ook vreemd. Erasmus de grootste Nederlander, was een onwettig kind van een priester en een huishoudster, behoorlijk ?anders? dus. Willem van Oranje kwam uit Dillenburg, een Duitser. De vader van Spinoza was een joodse vluchteling uit Portugal en Anne Frank een Duits-joods meisje.
Nederland heeft lange tijd de reputatie gehad om tolerant te zijn, de anderen met vertrouwen tegemoet te treden, dat beeld is de laatste jaren aan het verslijten. We worden harder, onvriendelijker.
Verschil in cultuur heeft iets waar we soms afstand van bewaren, wat de boer niet kent dat vreet hij niet. Behoudzucht van de eigencultuur, in ons geval, de joods-christelijke waarden, is een bescherming. Niet voor niets kennen alle talen het onderscheid tussen ?wij?, ?jullie? en ?zij?. Om aan te geven wie bij ons hoort, met wie we op het moment te maken hebben. De angst voor wat vreemd is, is te overwinnen met tolerantie. Tolerantie betekent dat men zelf vrij is van angsten, in het bijzonder de angst voor wat vreemd is.
Dan is er toch nog een grens voor ?hun? en voor ?ons? die grens heet respect. Daarmee de ander de vrijheid te geven, om te zijn die hij wil, zonder de ander bewust te kwetsen, of te beledigen. Immigranten zijn geen buitenlanders meer, ook geen medelanders. Het zijn gewoon Nederlanders met dezelfde plichten en rechten. Als zij de vrijheid krijgen hun culturele waarden te behouden, en de plichten en rechten van Nederland aanvaarden hoeft niemand bang te zijn. Geen angst te hebben.
Bij het herdenken van de burgerslachtoffers hier bij Vennehof, gaan vanzelf mijn gedachten naar de onderdrukking die ze hebben ervaren. Ze waren vijf jaar bang Hun werd een andere culturele waarde op gelegd, de nazi cultuur? Velen hebben zich daar tegen verzet, soms ten koste van hun leven. De vrijheid was voor hen het hoogste goed. Dat was ook de vrijheid van verscheidenheid.
Laten we voortaan wat vriendelijker zijn voor de ander, wat zijn oorsprong of afkomst ook is. Om het op zijn zuinig Nederlands te zeggen? een glimlach en beleefdheid kost niets, zelfs geen moeite. Het maakt de samenleving er wel aangenamer door. Hopelijk herhaalt de geschiedenis niet zichzelf, want angst en haat teren de mens in.
4 mei 2010
Buitengesloten worden is één van de ergste dingen die mensen kan overkomen. Je voelt je een niks een niemand, Je hoort er niet meer bij. Je lijkt anders te zijn, Je gaat niet meer bij de groep staan. Je ziet toch alleen maar ruggen. Niemand kijkt je aan. Dan kan het je ook niet meer schelen hoe je eruit ziet. Het hoeft allemaal niet meer. Ben je een derderangs burger dan? Een niemendalletje? Nutteloos voor iedereen? Je kunt er toch beter niet zijn. Was ik maar niet geboren. Ik ben toch alleen maar tot last. Wat kan mij het schelen. Dan pak ik maar wat ik pakken kan. Al die anderen kunnen me gestolen worden. Ze doen maar. Omdat ik rood haar heb. Niet knap genoeg ben. Een beperking heb. Zwart ben, of bruin, of te wit. (zie mij) Arm ben en geen vooruitzichten.
Er zijn wel nog duizend redenen om iemand uit te sluiten.
Maar het blijft een van de ergste dingen die een mens kan overkomen. Het is grof, onbetamelijk. Onmenselijk, en asociaal. Onvriendelijk, onbeschoft. Ook als iemand zichzelf uitsluit. Dan wil ie geen deel meer zijn van ons. Dan sluit ie iedereen uit. Zeker als ie zichzelf niet aan de normale opvattingen houdt. Of sterker, de gemaakte wetten overtreed.
Je hoeft natuurlijk niet iedereen te omarmen. Die keus maak je zelf. Maar laten we elkaar eens aankijken. Laten we eens vriendelijk zijn tegen een vreemde. Laten we de ongeïnteresseerdheid maar een varen. Aardig zijn kost niets. En je krijgt het terug zeker weten. Als je het maar met respect doet. De ander in zijn waarde laat. Een lach. Een schouderklop. Een beetje aandacht en zie….
Opeens is de wereld anders. Ook al is het mistig en regent het. Toch schijnt de zon. Je voelt jezelf een Mens. En das toch fijn want de ander is dat ook.
Dus vraag ik u dit jaar: Laten we het roer omgooien. Laten we vriendelijk zijn voor de ander. Je leeft in dit land samen met elkaar. Ik weet het, onbekende dingen zijn altijd wat onwennig. Maar dat is geen reden om onvriendelijk te zijn. Of elkaar niet te respecteren.
Leef met liefde. Leef met elkaar. Leven het leven. En leven de Vrijheid.
4 mei 2011
º Waar mag ik zijn?
Hier in huis? Hier in de tuin? Hier voor de deur? Of buiten op straat? In het dorp? In de stad? Op vakantie? Op mijn werk? Of onderweg?
Hier mag ik. Daar mag ik niet. Verder kan ik niet.
Waar mag ik zijn?
Niet onderweg, Een wegblokkade.
Niet op mijn werk, Ik ben een “andere”.
Niet op vakantie, Ik mag het land niet uit.
Niet in de stad, Daar is het gevaarlijk.
Niet in het dorp, Daar vallen granaten.
Niet in de straat, Daar word geschoten.
Niet voor de deur, Dat is niet veilig.
Niet in de tuin, Ook daar is het niet veilig.
Niet in huis, Het dak kan instorten.
º In oktober 1944, was je nergens veilig.
Nu wel, blijft dat zo? Of is het maar even? Nu mag ik zijn, Waar ik maar wil.
Hier wel, maar er zijn plaatsen, waar je niet eens kunt zijn wie je bent. Of hoe je denkt, Of wat je denkt.
Waar geen water is. Waar geen eten is. Waar geen werk is. Waar geen beschutting is. Waar geen warmte is. Waar geen liefde is. Waar geen toekomst is. Daar kun je niet zijn, Dat geld niet voor hier
Maar voor daar.
Trekken we ons daar iets van aan? Of is dat ver weg?
En zijn we vergeten? Hoe het toen was? In oktober ‘44
|
|
| |